Thuis opgebaard, net als muzikant Tom Pintens: “Het kan helpen bij rouwverwerking”
Hasselt – Muzikant Tom Pintens (49), die vorig jaar overleed, werd na zijn dood zes dagen lang thuis opgebaard. “Thuisopbaring komt nog voor, maar veel minder dan vroeger”, klinkt het bij begrafenisondernemers. “Het gaat meestal om oudere mensen of kinderen.”
Muzikant Tom Pintens (49), die vorig jaar overleed, werd na zijn dood thuis opgebaard. “Tom wilde niet naar een mortuarium en daarom heeft hij zes dagen thuis opgebaard gelegen”, vertelt zijn vriendin Laurence Roothooft (37) in Humo. Het bood haar ook troost. “Ik geloofde heel hard dat Toms ziel hier nog was en tijd nodig had om z’n plek te vinden. Elke nacht werd ik rond 5 uur wakker en dan ging ik bij hem liggen”, vertelt ze.
“Thuisopbaring was vroeger heel gebruikelijk. Vandaag komt het bij ons nog wel voor, maar zeker niet frequent”, zegt André Creemers, voorzitter van de Limburgse begrafenisondernemers en zelf uitvaartondernemer in Hamont-Achel, Bree en Bocholt. “Bij thuisopbaring gaat het meestal om oudere mensen die thuis al geruime tijd verzorgd werden. Soms vraagt een persoon voor zijn overlijden expliciet om thuis opgebaard te worden. Daarnaast zien we het ook wel eens bij kinderen. De nabestaanden willen hun kind nog even heel dicht bij zich voor ze er definitief afscheid van moeten nemen.”
Bij Uitvaart Hansen, met vestigingen in Nieuwerkerken, Halen en Geetbets, komt thuisopbaring nagenoeg niet voor. “In onze regio zie je dat amper nog. Ik heb er dit jaar bijvoorbeeld nog geen enkele gehad”, zegt zaakvoerder Gert Hansen. “Heel af en toe doe ik nog wel een thuisopbaring maar dan enkel voor het moment van de laatste groet.”
Koelen tot -25 graden
Toen Maarten Stulens van uitvaartzorg Papillon in Maasmechelen zeven jaar geleden begon als begrafenisondernemer, deed hij enkel thuisopbaringen. “Ik had nog geen uitvaartcentrum, dus ik kon alleen mensen thuis opbaren.” Een jaar later opende Stulens een uitvaartcentrum, maar thuisopbaringen bleef hij doen. “Ik doe er nog altijd zo’n 20 à 25 per jaar, wat neerkomt op zo’n 6 procent van al mijn uitvaarten. Dat gaat dan meestal om oudere mensen, mensen die het expliciet vragen of kinderen. Ik zie ook dat het bij Nederlanders veel meer ingeburgerd is. Daar kiest zowat 20 procent voor thuisopbaring. Ook in mijn eigen familie hebben we trouwens tot vandaag de traditie om thuis opgebaard te worden.”
Thuisopbaring kan door het lichaam te balsemen of door het koel te bewaren. “We leggen het lichaam dan op een dunne koelplaat die tot -25 graden gaat. Dat is nodig om het lichaam mooi te houden. Mensen worden in alle mogelijke ruimtes opgebaard, van de bureau tot de woonkamer. Vroeger werd die ruimte dan als rouwruimte ingericht, nu is dat veel meer in een huiselijke sfeer. Met bijvoorbeeld foto’s van de kleinkinderen rond de overledene.”
Helpen bij rouwproces
Thuisopbaring kan volgens Stulens helpen bij het rouwproces. “In het begin staat er meestal een paravent rond het lichaam, al verdwijnt die vaak al snel. De familie zit dan letterlijk met koffie en vlaai rond hun dierbare. Er is zelfs interactie. Het lichaam wordt verzorgd door familieleden en de kleinkinderen lakken dan bijvoorbeeld de nagels van hun overleden oma.”
Toch is het voor veel mensen te confronterend om hun dierbare thuis op te baren. “Daarom hebben we in ons uitvaartcentrum een huiskamer ingericht waar mensen hun dierbare 24 uur op 24 kunnen komen groeten”, zegt Stulens. Die ruimte, waar bijvoorbeeld ook een tafel, een salon en een slaapbank staat, is dag en nacht toegankelijk voor de familie. Ze kunnen de huiskamer binnen door middel van een handpalmscanner. Zo kunnen ze hun dierbare op elk moment groeten, zonder het lichaam thuis te moeten opbaren.”