Begrafenisondernemer Maarten kreeg doodsbedreigingen nadat Jürgen Conings werd gevonden
“Wie de overledene is, en waarom en hoe die gestorven is, daar heb ik geen zaken mee. Hem ophalen, aankleden en een mooi afscheid geven, is dan mijn taak.” Het verhaal van Jürgen Conings deed een storm losbarsten in ons land. Toen het lichaam van de vijf weken vermiste militair gevonden werd, ontving begrafenisondernemer Maarten Stulens diezelfde namiddag nog een telefoontje van de partner van Conings. ‘Of hij de uitvaart van Jürgen wilde regelen’. Hij blikt terug op één van de zwaarste weken uit zijn carrière waarbij hij zelfs met de dood werd bedreigd.
“Ja, ik wil nog één keer voorzichtig terugblikken op die periode. Al wil ik nooit meer van die doodsbedreigingen ontvangen… (stil).” De algemene storm rond de vermiste militaire Jürgen Conings is dan wel gaan liggen, maar de impact van destijds is bij sommigen nog steeds voelbaar.
Zoals bij begrafenisondernemer Maarten Stulens van Papillon in Maasmechelen, die ongewild advocaten en deurwaarders over de vloer kreeg. Een kleine week daarvoor kreeg Stulens het telefoontje dat zijn onvergetelijke week deed starten. ‘Hallo, ik ben Gwendy de partner van Jürgen Conings’, klonk het aan de andere kant van de lijn. “Wel, dan jaag je iedereen uit het kantoor, ga je zitten en dan luister je”, begint Maarten zijn verhaal. “Aan de andere kant van de lijn zat iemand die niet wist wat er moest gebeuren, logisch vaak bij een sterfgeval. Maar door de grootte van het verhaal en de impact, voelde ik mij op dat moment zelf ook zo. Wat moest er plots allemaal gaan gebeuren? Natuurlijk wilde ik de uitvaart regelen, en niét omdat het Jürgen Conings was, maar omdat ik iedereen die mij contacteert een uitvaart wil bezorgen die bijdraagt tot een draaglijker verwerkingsproces.”
Waar Maarten dan vooral ernstig rekening mee houdt, is de massa volk die wel eens zou kunnen opdagen op de begroeting. “Zodra zijn lichaam werd vrijgegeven na uitvoerig onderzoek en een autopsie, mocht ik het lichaam gaan ophalen in Leuven. Je doet dat, want dat deed ik al vaker, maar dan die rit naar huis. Ik zat alleen in de auto, reed van Leuven naar Maasmechelen en plots stond ik in een file.”
File
“Ik keek links en rechts van mij en dacht: de meest gezochte persoon van de afgelopen weken bevindt zich hier nu samen met mij in het midden van die file … In de wagen langs mij zat iemand een broodje te eten, compleet onwetend. Ja, dat zijn onwezenlijke momenten. Je beseft dan wel stilaan dat je met veel zaken moet gaan rekening houden, maar voorspelbaar is dat totaal niet.”
Ik probeer altijd iets te tonen van het lichaam van de overledene, op een waardige manier. Met die insteek heb ik een klein stukje van de lijkzak van Jürgen geopend, maar het was meteen duidelijk dat ‘iets tonen’ onmogelijk was.
In het uitvaartcentrum langs de Rijksweg in Maasmechelen wordt Jurgen binnengebracht en Maarten doet dan wat hij altijd doet: zoeken op welke manier hij het lichaam van de overledene op een waardige manier kan tonen aan de familie. “Mijn redenering is altijd, dat als ik iets kán tonen, dat ik dat ook doe. Ik probeer dat áltijd. Daar heb ik ook de nodige opleidingen voor gevolgd. Met die insteek heb ik een klein stukje van de lijkzak van Jürgen geopend, maar het was meteen duidelijk dat ‘iets tonen’ onmogelijk was.”
Crematie
“Mensen denken misschien dat ik dit allemaal in mijn eentje heb beslist, maar zeg nu zelf… denkt men dat nu werkelijk? Natuurlijk heb ik zaken besproken met Gwendy, zijn levenspartner. Met wie anders? Toch met de persoon die de uitvaart regelt?” Volgens Stulens maakte Jürgen Conings ooit al een document op via een uitvaartverzekering en daar stond de naam van zijn partner bij. Conings bepaalde zelf ook dat er een crematie moest zijn in beperkte kring en bepaalde zelf welke muziek er moest gespeeld worden.
In de week voor de crematie ontstaat er echter commotie over de vraag of het lichaam wel degelijk dat van Jürgen was. Commotie die gevoed werd uit een bepaalde hoek van complotdenkers, waaronder ook bloedverwanten van Conings. Uit de autopsie en het gerechtelijk onderzoek blijkt er echter nooit sprake van een complot. Stulens en de verwanten hebben contact, en er wordt heen en weer gemaild met ondersteuning van advocaten, maar zonder doorbraak.
Denk je nu werkelijk dat ik zomaar lichamen kan en zelfs wil verwisselen? Ik heb ook mijn eergevoel als begrafenisondernemer.
Uiteindelijk stapt men naar de rechtbank in kortgeding om meer te kunnen afdwingen. De uitspraak luidt: ‘De begrafenisondernemer moet een waardig afscheid voorzien’. “En ik denk dat ik dat echt gedaan heb. Iedereen heeft ook het recht om waardig begraven te worden. Iedereen die hier wordt binnengebracht is voor mij een persoon. Iemand die ooit geliefd is geweest, ook ooit geboren werd en gevoed is geworden. En die heeft dus ook het recht om waardig begraven te worden. Wie die mens is, en waarom en hoe die gestorven is, daar heb ik geen zaken mee. Ik blijf respect hebben voor de mens op zich. Hem ophalen, aankleden en een mooi afscheid geven, is dan mijn taak.”
Rouwkamer
Stulens krijgt bezoek van de groep verwanten in het uitvaartcentrum en hij maakt de rouwkamer klaar op een ander moment dan de algemene voorziene begroeting gepland staat. “Ook zij mochten dus in alle rust en sereniteit afscheid nemen. Dit zijn allemaal extra’s die ik graag doe zolang er wederzijds respect is. Het is dan jammer als je ter plaatse het verwijt krijgt dat eender wie in de kist kan liggen. Ik begrijp dat niet. Denk je nu werkelijk dat ik zomaar lichamen kan en zelfs wil verwisselen? Ik heb ook mijn eergevoel als begrafenisondernemer.”
De avond van de algemene begroeting beginnen ook de doodsbedreigingen. Telefonisch, via mail, meestal anoniem, soms ook niet. “Ik zou een geldwolf zijn, geen hart hebben, een leugenaar zijn… Ik werd daar afgerekend door mensen die mij totaal niet kennen. Daar heb ik het vandaag nog steeds moeilijk mee. Ik ga altijd tot het uiterste, werk ongelooflijk hard en zal altijd proberen om iedereen binnen families tevreden te stellen.”
Het is die boodschap die ik wil meegeven: hoe het voor mij en de vele collega’s in Vlaanderen niet onderschat mag worden hoe moeilijk of gevoelig die taak soms is.
“Begrijp me niet verkeerd, ik wil me nu niet als slachtoffer opstellen. Maar een job als begrafenisondernemer bestaat zo vaak uit situaties van wikken en wegen. Vaak genoeg stoten we op ruzie binnen families of samengestelde gezinnen. Altijd proberen we daarin heel schappelijk te zijn en met respect voor de overledene onze job naar behoren uit te oefenen. Het is die boodschap die ik wil meegeven: hoe het voor mij en de vele collega’s in Vlaanderen niet onderschat mag worden hoe moeilijk of gevoelig die taak soms is.”
Broodwinning
“Ik wilde Jürgen Conings alleen maar een afscheid geven dat hij als mens verdiende. Ik ben wel gekwetst geworden door alles wat daaruit is voortgekomen. Vooral omdat ik het goed bedoelde met iedereen. Na de uitvaart kwam inderdaad de grote klap en ben ik gecrasht. Ik trek het me nog steeds aan.”
Bron: HLN